30 december 2010

Gasolinazo

Ik weet niet of het in Belgica in het nieuws is geweest maar de regering van Evo Morales heeft hier zojuist een erg controversiele beslissing genomen. Op 1 dag tijd zijn de prijzen van alle brandstoffen bijna verdubbeld. Het was 1 van de redenen waarom het kerstfeest in Tarabuco iets minder was dan normaal.

Maar waarom laten ze de prijzen zo spectaculair in prijs stijgen?

Er zijn verschillende redenen voor:

-     -  Zo is er hier een groot probleem met smokkelwaar. Omdat de prijzen hier lager zijn voor veel basisproducten worden die de grens overgesmokkeld naar landen als Brazil, Peru en Chili. En dat het een lucratief businessje was kan je hier snel zien (prijzen per liter naft):
o   Bolivia   -  3,74Bs/ nu 6,47
o   Brazil     -  12,14Bs
o   Chile      -  7,39Bs
o   Peru      -  6,89Bs
-     -  Een ander fenomeen dat hier blijkbaar al langer bestaat is dat ze hier geen belastingen betalen op brandstof, het is zelfs zo dat de regering de brandstofprijs kunstmatig laag houdt door subsidies te betalen aan productoren (die zijn genationaliseerd) en aan de import.
-     -  Dit leidt dus tot de absurde situatie dat bij import (meestal diesel uit Venezuela) de regering betaalt om de prijzen te drukken waarna de smokkelaar deze weer verkoopt in het buitenland. Uiteindelijk was de prijsstijging dus niet te vermijden. De prijsverschillen met de buurlanden waren te groot aan het worden. Zo betaalde de Boliviaanse staat in 2010 $380miljoen om de prijs te drukken. Waarvan naar schatting 100miljoen de landsgrenzen overgesmokkeld worden.

Dat lijken misschien geen gigantische bedragen mar vergeet niet dat we het over het armste land in Zuid-Amerika hebben. Een kleine vergelijking met Belgie:
Dit nieuws bleef natuurlijk niet zonder gevolgen. De dag dat het bekendgemaakt werd, zaten Kim en ik in Tarabuco. We moesten dus terug met het publiek transport. We betaalden 15 ipv 8Bs. Het frapante is dat ze op gas reden, wat niet in prijs is gestegen.

Ook staakt zowat al het openbaar vervoer. De bussen in het centrum, de grotere bussen tussen de steden. De taxis durven overdreven veel vragen en de prijzen van het eten in de central markt stegen onmiddellijk, met of zonder reden.  Iedereen vraagt een beetje wat hij wil, al mag je natuurlijk altijd onderhandelen.
 Dat blijft echter natuurlijk nooit duren. Na een tijdje stabiliseert de situatie (ook hier speelt de markteconomie). Het zal nog even duren maar de algemene impact zal waarschijnlijk niet zo groot zijn als nu wordt gedacht. Zo worden door de regering de prijzen van water en electriciteit bevroren. Zo ook de prijzen van LPG. De schattingen gaan uit van een algemene prijsstijging van 10 tot 20%.

Vorige nacht heeft Evo nog een aankondiging gedaan. Volgens de geruchten zou hij iets uitsteken met de dollar. Twas niet duidelijk wat hij juist ging zeggen maar uiteindelijk was het gewoon een speech om de mensen gerust te stellen. Nu heeft iedereen schrik dat hij maandag nog iets gaat aankondigen. Iedereen haalt alvast zijn geld van de bank.
    
Als afsluiter nog dit: op het moment van de bekendmaking, die gebeurde door de Vicepresident Alvaro Garcia Linera, zat Evo Morales in Venezuela. Hij gaf daar 50 ton rijst weg ten behoeve de slachtoffers van overstromingen…

enkele links:

http://edition.cnn.com/2010/WORLD/americas/12/29/bolivia.gas.prices/index.html?iref=allsearch
http://www.bbc.co.uk/news/world-latin-america-12082854

27 december 2010

Jingle Bols

Kerst vieren komt in Boliva in principe op hetzelfde neer als in Belgie, namelijk samen met de familie goed eten en kadootjes uitdelen. Maar de invulling van het hele kerstgebeuren is anders, en dat was interessant om hier te ontdekken

Het grootste merkbare verschil is natuurlijk dat het hier zomer is. De kerstversiering is ook anders. Buiten is er wel kerstversiering te zien, vooral op de plaza, en op belangrijke gebouwen. Eigenlijk kan je zeggen dat het bij de kerstversiering “alles of niets” is. Als er versiering is, dan is het meestal “over the top”, met muziekjes en alles erbij. Ofwel merk je helemaal niet dat het kerstmis is in bepaalde winkels of restaurants. Het kernwoord bij de kerstversiering hier is (naar ons normen): kitch.
De kerstversiering binnen, is ook wel van een ander kaliber dan die in onze huisjes. Wij hebben een (meestal) smaakvol versierde kerstboom met al dan niet een kerststal en al dan niet een paar extra kerstmisdecoraties in het huis. Hier herken je bij de families de boom alleen aan zijn vorm, en de kerststal heeft minstens de grootte van een kleine tafel. Piece de resistance is Jezus, die ze hier “el niño” noemen. Mensen vragen je als je op bezoek bent altijd of je de niño niet wil gaan bewonderen. En dan zie je daar een pop in porselein of was met een kleedje en juwelen. Meestal ligt er meer dan 1 Jezuske in de stal. Een  Jezuspop van de moeder, of de oma, of van wie zal meetafelen voor het kerstdiner. Naast de gepimpte Jezusjes die in bedjes liggen, zie je ook een hele resem aan dieren in de stal. Alles wat ze ook maar konden vinden in hun huis zetten ze in hun stal. Tot olifanten en Donald Ducks en Mickey Mouses toe. Die diertjes staan op mos. Die mos kan je kopen op straat bij de plattelandsmensen die normaal groenten op de grond te koop leggen, maar nu in de kerstdagen zie je allemaal doeken op de grond met mos. De dieren hebben honger, dus zetten ze graspotjes verspreid in hun stal. Een Jozef en Maria zijn optioneel, de Jezus is wel een must.  Herders heb ik nog nooit gezien. Verder moet je de stal nog opvullen met alles wat je liggen hebt in je huis dat ook maar aan kerst doet denken, zoals kerstlichtjes en slingers en versieringen. En hoe meer kerstmelodietjes je kan laten klinken uit de stal, hoe beter. Hun kerststal is trouwens meer een uitstaltafel dan een stal. Soms neemt de “stal” een hele muur in beslag, met allemaal verdiepingen, 20 niños incluis. (foto´s volgen als Dries zijn kabel heeft teruggevonden)
De stal staat er niet alleen om bewonderd te worden. Op kerstavond komt iedere gast binnen, gaat naar de Niño kijken of legt er de zijne in, doet een dansje en daarna wordt er redelijk snel aan tafel geschoven.  De danspasjes en de muziek heten “ Chutunki”, dat is Boliviaanse kerstmuziek. In Bolivia hoort bij elk muziekgenre een bepaalde dans, en bij de Chutunki is dat een soort tapdans light, je staat in 2 rijen en telkens danst er een persoon met de persoon uit de andere kant van de rij en danst naar het einde van de rij toe terwijl die met zijn voeten op de grond stampt.

Na de Boliviaanse Riverdance wordt er gegeten. De hoofdpla wordt niet voorafgegaan door een aperitief of een voorpla, er is evenmin een dessert (inderdaad, dat was een ontgoocheling voor mij). De hoofdpla is altijd “picana”. Dit gerecht wordt overal gegeten op kerstavond,en de dagen ervoor en erna. Het is een heel lekker gerecht. Als ik het zou moeten vergelijken met iets, dan zou dat waterzooi zijn. Het is een soort soep met vlees (varken en kip samen) , groenten (wortelen, ajuin, locoto, ook rozijnen) en zeker wel 10 verschillende soorten kruiden (peper, zout, zoete peper, nog andere peper, komijn, aji (is iets boliviaans), oregano en nog veel andere.) Wij hebben alletwee 3  keer picana gegeten in 2 dagen. Nati zal me nog eens voordoen hoe ik het moet maken zodat ik het voor jullie kan koken.

Picana


Julian pelt een gigantische berg maïs in ons salon,voor de picana
Nati is de kuisvrouw bij casa de turismo, haar man is de klusjesman. Ze zijn 29. Wij komen allemaal goed overeen, ook met hun kindjes. Toen we de kerstmarkt organiseerden, heeft Nati in ons huis de picana gekookt omdat we zo dicht bij de casa de turismo wonen. Nati heet voluit Natividad, dat komt van Navidad, want ze is op 25 december geboren. De picana van Nati was heerlijk. We werden uitgenodigd bij hen om kerstavond te vieren, maar ook bij Dries zijn ex-gastzin, en ook bij andere buitenlanders. De buitenlanders schrapten we vrijwel onmiddelijk als kerstavondplan. En omdat we de Villalpando’s al zo lang niet gezien hadden hebben we dus voor hen gekozen. Misschien vieren we oudejaar met Nati en Julian. Zij zijn afkomstig van de campo, van het platteland. De Villalpando’s zijn een rijkere familie. Het verschil is dat plattelandsmensen veel eenvoudiger zijn, ze zeggen wat ze denken en houden zich niet bezig met oppervlakkig vriendelijk fakegedoe. Daarom vinden we hen leuker om mee om te gaan. Maar pas op, van waar ze ook afkomstig zijn: de Bolivianen zijn zeer gastvrij.
Kerstavond bij de Villalpando’s verliep zoals ik verteld heb, maar alles verliep heel snel: toekomen, gebed, dansje, eten, en weer weg. Dat verbaasde me het meeste. En hoewel maar weinig mensen wisten dat Dries zou komen, en dan nog met een vriendin, deed niemand verbaasd of onwennig, we werden gewoon in de familie en de kookpot gesmeten zonder vragende gezichten.
Buiten de stad wordt kerst anders gevierd, en dat hebben we de 26e gezien in Tarabuco. Eigenlijk hadden we gepland om de 25e daar naartoe te gaan, maar het voordeel met kerst op het platteland is dat ze het daar 3 dagen lang vieren. Dus de 25e werd een uitrust- en chilldagje met een film want we hadden wat nood aan rust na 2 dagen op de kerstmarkt (die wij georganiseerd hadden) te hebben gestaan met wafels en chocomousse. Vanaf ergens in de late namiddag wordt er dus de 25e, 26e en 27e kerst gevierd en wel op deze manier. In het dorp staan de deuren van veel huizen open. Daar gaan er groepjes mensen dansend binnen, op de voet gevolgd door een live-orkestje. Eerst gaan ze Jezus in zijn stal of uitstalmuur groeten en daarna doen ze de Chutunki, de kerstpasjes. Er wordt hen vervolgens een glaasje chicha (alcoholdrankje gemaakt van mais) of chuflay (sprite met singani, de vodka van Bolivia) aangeboden, waarna ze weer dansend hun kersttour voortzetten van deur tot deur. In Tarabuco waren er een 3 of 5tal orkestjes. Iedereen die wil, mag zich toevoegen aan het groepje.
De armsten van het platteland blijven echter niet in hun dorp maar komen naar de stad. Het valt ons enorm op hoeveel inheemse mensen (met hun kleurrijke draagdoeken en mooie traditionele kledij en hoedjes, en met veel kindjes) er nu rondlopen in Sucre. Rond de kerstdagen zijn er namelijk voedsel- en speelgoeduitdelingen. Het heeft natuurlijk zijn charme om nog meer indigeense mensen te zien rondlopen, maar je wordt ook nog meer met hun miserie geconfronteerd. Op een normale dag bots je 1 of 2 keer op iemand die jou rechtstreeks aanspreekt om voedsel of geld te verkijgen, maar nu om de 100 meter bijna. Je kan niet aan iedereen iets geven en dat is wel lastig.
Op 25 december hadden we veel voedsel over van onze panpizzas die we niet verkocht kregen op de kerstmarkt de 2 dagen daarvoor. Ik heb dan een grote pasta gemaakt en porties gemaakt om uit te delen aan de arme mensen die we altijd zien als we langs de markt of de plaza passeren. We konden dat eten toch nooit zelf opeten. Ik vond het jammer dat het juist op kerstdag was dat ik dit (impulsieve) plan zou uitvoeren, want ten eerste hebben de armen al meer kans om iets te krijgen van mensen, en ten tweede wil ik niet de persoon zijn de z’n portefeuille alleen maar op kerstdagen bovenhaalt. Maar goed, Dries en ik vertrokken dus met de rugzak vol pastaporties op kerstdag. De eerste porties gaven we af, en toen kwamen we aan de plaza. Ik vroeg aan een familie: wil je iets eten? Zij natuurlijk: ja. Terwijl ik het wilde uithalen merkten de andere kinderen op de plaza dat er iets werd uitgedeeld en algauw stonden er (niet gezeverd) een honderdtal kinderen rond ons, sommigen vochten omdat ze iets van ons wilden, anderen keken vol vraagoogjes om iets te krijgen. Het was onmogelijk en niet leuk om op die manier voedsel uit te delen, wij wilden net subtiel een maaltijdje aanbieden aan mensen die het moeilijk hadden. Ons uitdeelavontuur, waarbij we net zoals in Afrikadocumentaires omringd waren door een massa kinderen en vrouwen, is dus niet verlopen zoals we het wilden want er liep 1 kindje (het recht van de sterkste) met de hele zak weg, en achteraf hadden we er een raar gevoel bij.
Wat er op oudejaar zal gebeuren in Sucre weten we niet goed, volgens mij zullen er in alle bars wel (gringo)feestjes zijn. Wij zouden graag met Nati en Julian een rustig etentje doen. We zullen wel zien waar we belanden, maar liefst niet bij de gringo’s want meestal zijn die hier enkel bezig met feesten, en wij zijn voor andere redenen naar hier gekomen.
Hopelijk hadden jullie ook een gezellig kerstfeest al dan niet met een gepimpte kerststal, jingle bells melodietjes die uit alle hoeken van de kamer kwamen, of wat kerstdanspasjes.




18 december 2010

Salar de Uyuni en het witte goud.

Eerst even een kleine reclameboodschap:


Bolivia is een van de meest diverse landen ter wereld, op zowat alle vlakken. Zo zijn er een 30-tal etnische groepen die elk nog eigen tradities en gewoontes hebben, die weinig of niet veranderd zijn.
De biodiversiteit is misschien een nog grotere troef. 16% van de oppervlakte is beschermd gebied. En Bolivia staat altijd hoog in de rangschikking als het om biodiversiteit bij fauna en flora gaat:


  • 6e bij vogels
  • 8e bij reptielen
  • 10e bij zoogdieren
  • 11e bij planten


Het feit dat het land van amazone naar andes gaat speelt natuurlijk een grote rol.


Een van de meest opmerkelijke landschappen is die van de Salar de Uyuni (zoutvlakte van Uyuni). Deze ligt in de departement Potosi tegen de grens met Chili op een hoogte van ongeveer 3650m, op de Altiplano. De zoutvlakte is de grootste ter wereld met een oppervlakte tussen de 10 en 12.000m² (Vlaanderen heeft een opp. van 13.500).


De witte vlek die je kan zien is de zoutvlakte. Links erboven ligt een kleinere zoutvlakte van nog eens 3000km². Deze wordt bijna niet bezocht.


Het is ontstaan toen het Minchinmeer langzaam is beginnen verdampen en enkel het zout achterbleef. Van dat zout wordt jaarlijks ongeveer 25 000 ton verwerkt van de geschatte 10 miljard. Naast deze inkomsten passeren er jaarlijks een 90.000 toeristen de Salar in jeeps, wat een peulschil is in vergelijking met bv Machu Picchu (400.000). Zij komen naast de Salar ook voor de gekleurde meren, flamenco´s en vulkanen bezoeken. Middenin de Salar liggen ¨eilanden¨, de bekendste daarvan is de Isla Incahuasi.


Isla Incahuasi


Naast het zout is de zoutvlakte ook een ontginningsplek voor vele mineralen en zouten zoals boor, kalium, magnesium, borax en nog een hele lijst waarvan ik eerlijk gezegd het nut niet van ken. Dé belangrijkste grondstof blijkt nu echter lithium te worden. Iedereen gebruikt het zowat in het dagelijkse leven. De Li-Ion batterijen zitten in laptops, gsm´s en tegenwoordig ook auto´s. En die markt blijft explosief groeien.


De schattingen lopen een nogal uiteen, van 9 tot 20 miljoen ton, zo´n 65 tot 87% van de wereldvoorraad  is dus te vinden in Bolivia. Maar de verwachtingen van Comibol gaan tot een mogelijke 100 miljoen, binnenkort worden boringen tot 200m diep gemaakt die dat moeten staven.


Zoutvlakte onder water tijdens regenseizoen


Evo Morales is ondertussen al sinds 2009 bezig met het bouwen van een fabriek zonder inbreng van buitenlandse expertise noch investeringen. Het idee is om industrieen te laten investeren in producten geproduceerd in Bolivia én waarbij Bolivia een meerderheid heeft in die ondernemingen.


Op die manier wil Evo alles strak in de hand houden en niet dezelfde fout maken die ze al verschillende keren hebben gemaakt. Namelijk enkel grondstoffen verkopen en er verder zelf geen profijt uit halen door de grondstoffen niet te verwerken tot producten met meerwaarde. De kans bestaat dus dat Bolivia een grootmacht a la Saudi Arabie wordt. Maar er kan nog veel gebeuren natuurlijk.


Enkele interessante artikels:


http://www.mo.be/artikel/de-pekelzonde-van-morales
http://www.oneworld.nl/Dossiers/flora_en_fauna/article/24741/Uyun_zoutvlakte_maakt_Bolivia_tot_grootmacht_op_lithium_markt


Foto´s worden zo snel mogelijk upgeload, wanneer mn harde schijf gerecupereerd is.