18 augustus 2010

Jalq'a


De Jalq'a is een etnische groep van ongeveer 26.000 die zich ten noordwesten van Sucre bevindt. Ze leven op een hoogte van 2500 tot 3000m waar de grond niet zeer vruchtbaar is. Net zoals bij de Tarabuqueños (uitgesproken als "Taraboekenjos"), die later besproken zullen worden, is de groep vooral herkenbaar aan de mannelijke klederdracht.

Het hemd van de mannen is wit met een dikke zwarte streep op de mouwen met kleurrijke decoraties aan de uiteinden. De poncho contrasteert sterk met het hemd en is altijd donker met zeer lichte gradaties in kleur die vanop een afstand in elkaar overvloeien. De vrouwen zijn vooral herkenbaar aan de hoeden, een witte "bowler"-hoed en de in het oog springende axsu (letterlijk weefsel, hiernaast te zien op de foto). Jalq'a weefsels zijn bijna uitsluitend zwart en rood. Ze vormen een cluster van verwarrende gehelen van creaturen, reeel en fictief. Deze wezens, ook wel de "khuru" genaamd, behoren tot het de donkere en onderbewuste (droom)wereld van de Ukhu Pacha. Dat landschap, de “ukhu pacha”, is een heilige wereld van dieptes, afgelegen plekken en diffuus licht. Doordat enkel donkere kleuren worden gebruikt en er geen symmetrie is, wordt de pallay nog meer een chaotische,
ongeorganiseerde ruimte, een wereld van de nacht, dood,
dromen, rusteloosheid, angst, bevolkt met het onbekende
en onbestaande. De bevreemdende dieren worden de Khurus genoemd, mythische wezens waarvan ze geloven dat ze verschijnen wanneer iemand zich alleen en in afzondering bevindt. Al van zeer jonge leeftijd worden de kinderen verhalen verteld over de creaturen die de weefsels bevolken en ze zullen ze nog lang angst bezorgen. Er bestaan 3 soorten Khurus:
  • ingebeelde en niet-bestaande
  • bestaande maar onwerkelijk gemaakte (bv.: paarden met overdreven staarten en tongen, vogels met 2 hoofden)
  • bestaande en realistischer weergegeven dieren (leeuwen, apen, condors)

Beesten die voorgesteld worden binnenin grotere stellen
het nageslacht (wawa in Quechua) van de Khuru voor, men gelooft namelijk dat dieren in de onderwereld zich voortdurend voortplanten. Er bestaat geen onderscheidt tussen mannelijke en vrouwelijke beesten. Het lijkt alsof de wezens niet onderworpen zijn aan biologische en fysische wetten. Zo is er geen zwaartekracht en de “wawa's” lijken zelden op de ouder. Een koe kan zwanger zijn van slangen, een vogel met 2 katten, een paard met een hond. Met deze verdraaide, overlappende verschijningen van Khurus en hun wawa's die constant het oog misleiden is het nooit echt duidelijk waar een khuru begint en eindigt, of je naar de achtergrond of de figuur zelf. Het is deze verwarring van constante reproductie die deze weefsels zo speciaal maakt. De wevers zelf beschrijven het als “chaxrusqa kanan tian” – “het moet ongeorganiseerd zijn”. Realistische schepsels worden vaak voorgesteld in de pallays, omringd door hun meer fantasierijke tegenhangers. Dieren uit het alledagse leven van de Jalq'a zoals geiten, lama's, honden, katten, koeien en vogels kunnen teruggevonden worden. Maar zelfs deze voorstellingen kunnen surrealistisch voorgesteld worden. De wevers gebruiken vaak extra lijnen om de contouren van figuren te breken, of tonen beide ogen wanneer de kop duidelijk in zijaanzicht afgebeeld wordt.


De condor is de nationale vogel van Bolivia en symboliseert kracht en vrijheid. In de jalq´a pallay wordt hij meestal al jagend of kleinere vogels etend voorgesteld.







Ook de aap wordt afgebeeld als een “normaal” figuur, meestal gewoven in een gedraaide houding om de flexibiliteit en behendigheid te benadrukken. En met een merkbaar gezwart aangezicht. Apen worden ook veel voorgesteld in de dansen van de Jalq'a, als humorvolle wezens die al lachend de festivalgangers pesten en plagen.




Mensen komen zelden voor en wanneer ze toch voorgesteld worden is het vereenvoudigd, gereduceerd in grootte en in een bevroren, statische houding. Alsof verloren tussen al de beweging en verwarring van de grotere, meer gedetailleerde en angstaanjagende figuren de ze omgeven. Mensen dragen zelden herkenbare kledij die hun afkomst kunnen verraden, in plaats daarvan blijven ze anonieme objecten, die machteloos hun lot ondergaan. Als in een nachtmerrie worden ze soms al rijdend op een lama voorgesteld. Wat in werkelijkheid onmogelijk is want een lama kan niet meer dan 30kg dragen.



Van de onbestaande khurus is de jorobado, of gebochelde, de meest afgebeelde. Het is een wezen met een driehoekige bult op de rug en een andere op het hoofd. Dit dier heeft ook een krullende staart en, met de mond wijd open, toont het vaak zijn tanden (al dan niet zijn lange tong uitstekend) alsof hij aan het grommen of blaffen is.






De griffioen is gelijkaardig aan de jorobado. De griffioen is een gevleugelde 2- of 4-voeter en een net iets kleinere khuru. Heeft een spiraalvormige staart en meestal een net zo spiraalvormige tong, gelijkaardig aan dat van de Jorobado. Soms ook met een verhoogde rug.




De wereld van de “ukhu pacha” en de Jalq'a pallay wordt geregeerd door een figuur die 2 namen draagt. De Saxra en de Supay. In zijn meest figuratieve vorm is de Supay een god, die aspecten van de christelijke duivel (spaanse invloeden) en van de goden van de onderwereld (zoals in andere delen van de Andes) deelt.

Aanwezig in bijna elke asxu en bijna altijd afgebeeld
als een mannelijk figuur is hij tegelijk de tegenstelling en vijand van de vrouwelijke “Pacha Mama”. Godin van het nieuwe leven en de oogs. De Supay wordt voorgesteld als een gehoornde en gevleugelde figuur ofwel met echte vleugels of met armen in de vrom van vleugels. Met meestal een wandelstok als accessoire . Ondanks zijn belangrijkheid is de Supay meestal
een klein wezen in vergelijking met de andere
khurus, soms zijn er zelfs meerdere in 1 axsu. In het verleden, toen in mijnen werken nog geld opleverde en daardoor alomtegenwoordig, lieten mijnwerkers altijd een offer achter van cocabladeren, tabak en chicha (een gegiste maisdrank) voordat ze de mijn ingingen. Men geloofde dat de Supay op zijn gemak moest gesteld worden voordat ze zijn ondergrondse wereld binnengingen, en zo ongeluk te vermijden en hem niet kwaad te maken.


In Potosi, de legendarische zilvermijnen, aanbidden ze nog steeds een vorm van Supay. Maar dat zal voor een andere keer zijn.

Hieronder eern voorbeeld van een volledige axsu. Veel van de hierboven beschreven khuru´s zijn erin terug te vinden. Er bestaan geen 2 gelijke!

3 opmerkingen:

Vera zei

Ongeorganiseerd mooi!

marnix zei

zijn dat oude doeken of maken ze die nu nog op die manier, dat wordt me niet heel duidelijk, ofwel lees ik er over
mx

Unknown zei

Ze maken die nog steeds..
Prijzen varieren naargelang kwaliteit en grootte. Aan het weefsel dat je het op het einde ziet wordt 3 maand gewerkt.
3s