De Tarabuco cultuur situeert zich ten oosten van Sucre, in Chuquisaca. Ze leven verspreid in verschillende kleine plattelandsgemeenschappen. De Tarabuco's, net zoals de Jalq'a, kan je het eenvoudigst herkennen aan de mannelijke poncho's, in het bijzonder door het gebruik van regenbogen of k'uychis. Elk dorp gebruikt andere kleuren, zodat je kan zien wie van waar komt. Onder de poncho's dragen ze "unkus", kleine poncho's die rond de nek gedragen worden. Een ander opvallend onderdeel van de klederdracht is de montera, een lederen hoed, die gedragen wordt door beide seksen. Deze wordt nog maar sinds de 19e eeuw gedragen, een imitatie van de Europese metalen helmen, maar is nu 1 van de belangrijkste elementen. een interessant gegeven is dat de stijl van de montera verandert naargelang de echtelijke status van de vrouw. Zo dragen vrouwen een speciale hoed indien ze ongetrouwd zijn, veranderen ze naar een hoed gelijkaardig aan die van de mannen wanneer ze trouwen en een derde enkel voor feesten. Naast de hoeden zijn de Tarabuco-vrouwen ook herkenbaar aan de typische axsu's (weefsels).
De belangrijkste kenmerken van die weefsels zijn het sterke gevoel voor symmetrie, het gebruik van kleur en de voorstelling van het echte leven (dit is een bijna volledige tegenstelling van de Jalq'a weefsels die, zoals jullie al gelezen hebben, volledig asymmetrisch zijn, weinig kleur hebben en een fantasiewereld voorstellen). Een Tarabuco Pallay is altijd in duidelijke verticale banden onderverdeeld. Gedomineerd door een gevoel van orde en symmetrie, het effect is dat van een licht waar de figuren uit naar voren springen. Begrafenis- en rouwpallay's gebruiken vooral blauw, groen en paars terwijl andere een veel groter en fleuriger kleurbereik hebben, een imitatie van de regenbogen in de poncho's van de mannen. Ze stellen de echte wereld voor met alle aspecten van de Tarabuco-cultuur. Gaande van de natuur, met planten en dieren, tot de Tarabuqueños zelf, bezig met alledaagse activiteiten of in feesten.
Vele Tarabuco pallays tonen landbouwscenes zoals het oogsten van mais, ploegen met ossen, het zaaien of het maken van hooi. Landbouw is 1 van de belangrijkste inkomstenbronnen voor de regio, naast het simpele feit dat het ook voor voedsel zorgt. Het zijn vooral de mannen die het land bewerken maar de hele familie helpt mee waar nodig.
Veel weefsels tonen het hoeden van beesten aangezien het grote meerderheid van de huishoudens vee bezitten, meestal voor eigen consumptie of als een manier om aan eieren, melk of wol te komen.
Chicha is een alcoholische drank die al bestaat sinds de pre-colombiaanse tijd. De belangrijkste drank op elk feest en ritueel en daardoor veel afgebeeld in de doeken. Hetzij als kleine bekers of terwijl het gemaakt wordt in grote vaten. Het is relatief gemakkelijk om te brouwen. Eerst los je maisbloem op in de mond, het mengen met speeksel tot je een pasta bekomt, die "muku" wordt genoemd. Deze pasta wordt dan gedroogd in de zon, het zonlicht zorgt voor een chemische reactie die glucose vormt, nodig voor de latere fermentatie. De gedroogde pasta of muku wordt dan gemixt met warm water en een licht zuur. Je laat het enkele uren staan tot het een zoete smaak heeft, een substantie die "hupi" heet. Het sediment of "arrope" wordt eruit gefilterd en gekookt met water tot er een zoete, troebele pasta ontstaat. Deze pasta en de hupi worden beiden gekoeld, daarna gemengd en in aardwerk gegoten om daarin 15 dagen te fermenteren. Gedurende deze tijd krijgt de chicha zijn kenmerkende gele kleur en wordt de alcohol gevormd. Dit proces is zo simpel en door iedereen gekend dat huizen in dorpen die chicha verkopen een witte vlag uithangen. Chicha is te vinden in volledig Chuquisaca en Cochabamba.
De chicha die ik in Peru dronk is meer een frisdrank, bevat geen alcohol en is dus niet echt vergelijkbaar.
Het huwelijk is voor de Tarabuqueños een erg ceremoniële gebeurtenis die altijd volgens dezelfde rituelen moet verlopen. De trouwers kopen eerst hout en mais en kiezen dan hun "helpers", de getuigen, een jongen en een meisje. Eens ze gekozen hebben reizen het koppel en hun helpers naar de lokale molen waar ze samen chicha brouwen. De volgende dag bezoekt het koppel hun families om ze op de hoogte te brengen van hun huwelijk, daarna bakken ze broden.
Op de dag van de trouw vergezellen de genodigden het stel naar de kerk om daarna ze naar het huis van de bruidegom terugkeren. Al ginds vieren ze de bruiloft met een groep van pujllay-dansers (spreek uit pugljaj). Het koppel moet onder een reeks bogen passeren die naar het huis leiden. Deze bogen zijn gemaakt door de beste vrienden en dichtste familie en versiert met oude notities. Onder iedere boog brengen ze een toast uit. De grootste boog staat vlak voor de voordeur. Deze scene is meestal in chronologische volgorde gewoven zodat de eerste scene (bovenaan) die is van de pasgetrouwden die door de boog stappen met aan elke kant een getuige. Nadat ze de bogen gepasseerd zijn, begint het feest, je kan de gasten zien dansen en muziek zien spelen (drum, accordeon en charango, een soort kleine gitaar), je ziet kleine pucara- en pujllay-dansers. Ook zie je figuren die chicha serveren en maken in grote vaten. Traditioneel zijn trouwen een open gebeurtenis waarop de gehele gemeenschap is uitgenodigd.
Deze scene toont mensen die naar de kerk gaan met de gevlochten palmbladen die daar gezegend worden door de priester, op Palmzondag. De palmbaden worden bewaard en opgehangen aan duren of ramen tot het volgende jaar. De meeste Tarabuquenos zijn katholiek, door de Spaanse invloeden, maar er blijft een (sterk) geloof in pachamama/moeder aarde. Het is daardoor dat de pallays rituelen van beide strekkingen tonen, zoals palmzondag en het feest van maagd Rosario en meer traditionele vieringen zoals pujllay en tata pukara, voor pacha mama.
Op 2 november vindt het feest van Allerheiligen plaats, het is de dag waarop de geesten van de overledenen terug op aarde komen. Het is een ritueel dat vaak gewoven wordt in de rouwpallays. Families bezoeken de graven van hun naasten en dekken thuis “de tafel van de overledenen”. Deze tafel wordt aangekleed met kleine beeldjes gemaakt van maisbloem, brood, sigaretten, cocabladeren en chicha in tassen van witte klei. Naast de haard wordt er altijd een klein houten kruis gehangen versiert met witte, bruine en zwarte papieren linten en een foto van de overledene. Om middernacht wordt er een toast gegeven om de doden uit te nodigen. De Tarabuqueños geloven dat het voedsel anders smaakt op Allerheiligen omdat de zielen van de doden het zout en het suiker absorberen. Ze plaatsen ook andere zaken op tafel die toepasselijk zijn voor de overledene, zoals landbouwwerktuigen als het een man was of schoonheidsproducten voor een vrouw.
Pallays van Allerheiligen zijn duidelijk herkenbaar aan het gebruik van de kleuren en de centrale voorstelling van de begraafplaats. Op deze dag dragen de Tarabuqeños rouwkledij. Als Allerheiligen op een dinsdag viel was dat een slecht voorteken, het voorspelde oorlog, plagen en de dood maar als iemand sterft op Allerheiligen wordt dat gezien als een teken van geluk omdat de ziel dan in goed gezelschap naar het hiernamaals kan reizen.
Pujllay, dat gevierd wordt op de derde zondag van maart is een is 1 van de belangrijkste vieringen in het regio van Tarabuco die meer dan 60 gemeenschappen verenigt. Pujllay betekent "spelen" en het festival op zich viert zowel Pacha Mama (moeder aarde) als de zielen van diegenen die een toevallige of gewelddadige dood hebben gekend. Tijdens de Pujllay dragen de Tarabuqueños traditionele feestelijke kledij, nog kleurrijker dan normaal. Naast de wit/zwarte broeken en de ongewoon hoge schoenen, is 1 van de meest in het oog springende toevoegsels aan de alledaagse mannelijke kledij is de "cofia", een soort van stola uit wit, ruw katoen, uitbundig versiert met embroideries en gedragen onder de montera (het hoofddeksel). Het loopt in 2 delen over de rug.
Tijdens de Pujllay dansen en spelen groepen van 12 mannen traditionele instrumenten, geleid door een man met een witte vlag. Deze figuren zijn duidelijk herkenbaar op de pallays, aan hun grootte, duidelijk afgebeelde cofias en instrumenten. Mannen huren ook speciaal paarden voor deze gelegenheid wat je ook afgebeeld ziet in de pallays. Confetti wordt gesmeten, instrumenten bespeeld, grapjes gezongen tussen mannen en vrouwen en spelletjes gespeeld. Ook worden er Pukaras gebouwd. Dit is een soort van totem ter ere van Pacha Mama en ter herinnering aan al die gestorven zijn. De Pukara wordt versierd met fruit, brood, bloemen en alcoholische dranken (zoals chicha).
De feesten van de Maagd Maria hebben verschillende namen zoals Candelaria (van Candelaria), Rosario (Tarabuco) en Guadelupe (Sucre 8-9-10 sept binnenkort dus) en worden allen op een ander tijdstip van het jaar gevierd.
Feesten voor de "maagden" zijn herkenbaar op de pallays door het duidelijk beeld van de maagd met knielende volgelingen aan haar zijde en kleine kaarsen en tassen met chicha voor zich. Ook kan je vaak de kledij en de instrumenten onderscheiden naast de motieven van stieren.
In de laatste 20 jaar zijn ook de mannen meer en meer betrokken in het produceren van weefsels, zo herontdekken ze de oude kunst van tapijtweven. Het verschil zit er hem in dat de mannen weven vanuit commercieel standpunt, ontstaan vanuit projecten om lokale wevers te helpen. Ze gebruiken deze weefsels dus niet zelf maar verkopen ze. Het 2e grote verschil met die van de vrouwen is dat mannen niet de natuurlijk kleuren gebruiken maar de wol zelf kleuren. Zo hebben ze een grotere controle en een grotere verscheidenheid aan kleuren. De productie is nu nog klein maar groeiende en aan het verbeteren.
6 opmerkingen:
interessant
heb je ook foto's van hun weefgetouwen?
Ik ga binnenkort eens naar het textielmuseum. Daar zitten er altijd een paar te weven. Kzal wat foto´s posten dan.
Je kan ook onafgewerkte doeken kopen die nog op het getouw zitten...
Komt er ook een foto van Kim als Tarabuco?
waarschijnlijk als een Tinku..
Maar daar vertel ik meer over in een volgende post :)
¨Weaving is one of the most complex and developed artistic expressions in the Andean world. The clothing and some woven items have become true languages through which the people have drawn their identities and constructed their differences (Antropologos del Sur)
¨It is admirable that, now in the 21st century, the textile tradition, even the everyday clothing, has been kept alive, when indigenous costumes in other parts of the world today can only be appareciated in museum collections.¨(Arte Popular de Bolivia)
Een reactie posten