19 maart 2011

Ditjes en datjes

-Kleutermeisjes worden kaalgeschoren omdat ze dan later meer en dikker haar zullen hebben. Hun theorie wordt gestaafd door het feit dat ik nooit ben kaalgschoren en dus fijn haar heb.

-Boliviaanse verkoopsters laten soms hun kraampje “onbemand” als ze iets moeten gaan eten. Niemand steelt dan, ook ’s nachts niet wanneer er gewoon ee n ‘bache’ wordt gelegd over hun gerief. En als er een verkoopster naast zit dan zal die je alles goed aanrekenen en later eerlijk teruggeven aan die vrouw.

-Bolivianen zijn nooit in staat om duidelijk de weg uit te leggen. Ze zeggen altijd: “langs daar” of “naar rechts”, waardoor je het daarna nog vijf keer aan iemand anders moet vragen.

-Bolivianen laten/doen hun gerief graag in plastiek. Van toetsenborden tot verfrisdenneboompjes voor in de auto: ze laten dat graag in hun plastieken folie zitten.

-Eigenlijk is er in Bolivia een klassensysteem. Je hebt langs de ene kant de vrouwen “de pollera” (zo heet de plooirok van de cholita’s, dit zijn de vrouwen van het platteland) en “ de pontalon/ vestido” (de vrouwen die een broek of jurk dragen, dus diegene van de hogere klasse.)Maar ondertussen heb je ook stinkend rijke cholita’s. Way to go, girls!

-Er zijn veel kinderen van het platteland die een nonkel of tante hebben die 5 jaar jonger zijn dan hen. Dit komt omdat hun grootmoeder geen voorbehoedsmiddelen gebruikt (meestal kan ze zich dat niet veroorloven en liggen de apothekers op een paar uur voor de gelukzakken tot een paar dagen lopen) en dus nog mama wordt als eind veertiger. Als een familie bijeen zit, zie je dus niet meteen de verschillende generaties. Generaties onderscheiden op het blote oog is hier soms niet mogelijk.

-Bolivianen zeggen pas na ht eten “smakelijk”. Als ze hun bord leeg hebben en opstaan, zeggen ze: “provecho. Gracias.” (smakelijk, dank u (voor het eten) Ook op restaurant tegen andere klanten doen ze dit.

-Vanals je hier niest of je neus snuit of natgeregend bent, zeggen ze: je bent verkouden, hier, een mate de coca (cocathee)

-80 procent van de auto’s komt uit Japan. Alle micro’s, zo heten de busjes van het openbaar vervoer, hebben Japanse opschriften. Dus ze hebben hier wat schrik voor de gevolgen van de aarbeving.

-Als Bolivianen een kerk passeren (te voet, met de auto of bus) dan slaan ze een kruisteken. Hetzelfde gebeurt als ze langs de weg een gedenkteken voor verkeersslachtoffers passeren. Zo’n kleine kruisjes zijn er jammergenoeg wel nog veel.

-Boliviaanse vrouwen hebben niet veel schaamte voor hun vetrolletjes, als hun kledij spant dan is dat geen probleem. Zich omkleden bij onbekende vrouwen: ook geen probleem. Maar vanals ze zich begeven in een zwembad of rivier dan kruipen ze liever in het water met hun kleren dan met een badpak.

-De meeste Bolivianen kunnen trouwens niet zwemmen, en als het min of meer kunnen dan is het “op zijn hondjes”

-Televisie is een basisrecht. Een televisie hebben is belangrijker dan stromend water. Bij rijke families staat er in elke slaapkamer (ook van de kinderen) een tv. Op het platteland vind je ook altijd minstens 1 tv per familie.

-De meeste Bolivianen slaan liever iets uit hun botten dan te zeggen: “ik weet het niet”. Dus word je vaak gefopt.

-Verzorgd haar is voor vrouwen heel belangrijk. Uit je huis komen zonder dat het haar mooi gekamd of gevlecht is, of met een assymetrisch kapsel: no way Jose.

-Chinese restaurants zijn vaak maar weinig Chinees. Om aan te duiden dat het een Chinees restaurant is noemen ze het: Chifa. Maar de meerderheid serveert geen Chinees eten maar kip. Waar je ook gaat, altijd en overal op elke hoek wordt er hier kip verkocht: gefrituurde bil, vleugel of borst, of gelijk welke andere vorm: geen gebrek aan kip in Bolivia. En om een echt Chinees restaurant te vinden moet je wat meer zoeken.

- Sommige families plaatsen een mes aan de binnenkant van de deur, dit zou de inbrekers weren.

8 maart 2011

Carnaval

Carnaval is een van de belangrijkste gebeurtenissen van het jaar voor de Bolivianen. Ze krijgen er alleszins veel verlofdagen voor: van vrijdag tot en met dinsdag. Carnaval associeren wij vooral met zich verkleden, maar hier zijn de kernwoorden: waterballonnen en zuipen.

Of het nu op het platteland wordt gevierd, of in de stad: die twee woorden staan centraal. Enkel in de stad Oruro worden dansen en bijbehorende kostuums getoond in gigantische stoeten van dansgroepen uit heel Bolivia. Dit, naast de rondwaggelende zatlappen en rondvliegende waterballonnen. Die dansen en prachtig versierde kostuums hebben we in september al gezien in de Parada de Guadalupe. Voor carnaval gaan de beste dansgroepen van elke stad naar Oruro om er hun kunnen en schitterende kostuums te laten zien aan het publiek dat in tribunes zit. Dries zal in een volgende blog meer uitleg geven over die Bolivaanse dansen en kostuums. Ik zal het nu hebben over carnaval op het platteland en in Sucre.

 In Sucre kan je de dagen voor en van Carnaval niet buiten komen zonder nat gespoten te worden. Alle kinderen bewapenen zich met waterballonnen en waterpistolen. Hun doelwit zijn de kinderen, jeugd en vooral alle gringo’s. Er zijn drie niveau’s  waar je moet op letten. De balkonnen (in Sucre hebben alle huizen balkonnetjes langs de straatkant),de straat en auto’s. Vanuit die drie plaatsen kan je elk moment bekogeld worden. De dagen voor carnaval zijn er occasionele aanvallen maar de dagen van carnaval kan je niet droog blijven als je op straat komt. Wij moeten maar 1 blok wandelen van ons huis naar casa de turismo, maar vrijdag (de eerste dag van carnaval) konden we zelfs die kleine afstand niet doen zonder nat aan te komen thuis of op het werk. 

Dit is Dania,een meisje van het tehuis.

Die waterballonnen komen van de traditie van “cascarrones”, lege eieren met een geperfumeerde vloeistof. Als je vroeger iemands aandacht wou, of iemand wou versieren vroeg je of je die mocht op zijn of haar hoofd kapotslaan. Of gooide je dat naar iemand en dan werd dat opgevangen als iemand interesse had in jou. Zo ongeveer moet het geweest zijn, maar niemand kan zich precies herinneren hoe het eraan toeging in het pre-waterballonnen tijdperk.

Nu vind je die “cascaronnes” enkel nog in een chocoladeversie, zoals onze chocolade-eieren met Pasen. De donderdag 2 weken voor carnaval is het “Compadres”, en de week erna op donderdag is het “Comadres”. Compadres is de avond en nacht waarop alle jongens samen uitgaan en balonnen smijten, en Comadres is hetzelfde maar dan ladiesnight. Voor die dagen kan je dan een chocolade-ei kopen en geven aan een jongen of meisje om die een gelukkige Comadres of Compadres te wensen.

Naast de naar je vliegende ballonnen die in aantal toenemen toen Carnaval nadert, zijn er ook de fanfarebandjes die hun tour doen met een groep mensen (vrienden, collega’s, wat dan ook). Eerst viert die groep vanaf 3 uur ’s namiddags binnenshuis met muziek en drank, en daarna gaan ze met de ingehuurde fanfare een ferme tour doen doorheen de stad. Ondertussen blijven ze drinken (vooral “leche de tigre”, letterlijk: tijgermelk. Dit is: gecondenseerde melk, singani (de Boliviaanse vodka), kaneel, kokos) dus ze worden zatter en zatter. En de auto’s en bussen rijden gewoon geduldig op een  traag tempo achter dat dansende en drinkende zootje ongeregeld. Het is het enige moment waarop ik de Bolivianen zich niet zag opjagen in het verkeer. Normaal tuten ze vanaf het moment dat ze een seconde moeten wachten achter de auto of bus voor hen.

Omdat Carnaval in Sucre niet veel te maken heeft met folklore, raden we toeristen aan om naar Oruro te gaan. Zelf zijn we daar niet geraakt. De sfeer in Sucre beviel ons niet echt: naarmate de eerste dag van carnaval vorderde, werd de sfeer steeds zatter. Na een week van waterbombardementen, werden die waterspelletjes eigenlijk minder en minder grappig. Omdat Dries na een week nog altijd last had van zijn longen, besloten we buiten de stad te gaan naar een dorpje op 8 km en carnaval aan ons voorbij te laten gaan, aangezien Oruro toch de enige plaats waar waar het echt de moeite was om met carnaval te zijn.
We kwamen aan in een heerlijk pensionnetje, uitgebaat door een Zwitserse. De volgende dag merkten we dat er geen ontsnappen aan Carnaval bestaat in Bolivia. Alle dorpjes rond Katalla (waar we waren) kwamen van heinde en verre naar het dorpje waar wij zaten om Carnaval te vieren. Er waren op de enige weg door het dorp enorme rijen geparkeerde vrachtwagens (met houten laadbak, waarin zowel mensen als dieren worden vervoerd) en taxis van mensen die aangekomen waren. De viering van Carnaval was natuurlijk folkloristischer dan in Sucre: de verschillende gemeenschappen hadden cholitarokjes en blousjes in dezelfde kleuren, en mochten om beurten dansen rond de Pukara. 

Cholita's met zelfde outfit
Waterballonnenverkoopster
Vollek!
De mooiste cholita van het dorp, dansend op een versierde camionette,
 terwijl die rond de pukara rijdt

De pukara is precies een grote houten ladder van minstens 15 meter hoog, waarop ze producten hangen die door de gemeenschap worden geoogst: tomaten, patatten, graan, bloemen en soms zelfs coca-cola volgens Dries. Door die uitstalling willen ze Pacha Mama (moeder aarde) danken voor het voorbije jaar en haar hulp vragen voor een succesvol komend jaar. Rond de Pukara werd gedanst, sommige gemeenschappen hadden camionetjes of auto’s versierd waarop Miss Cholita stond te dansen. Ondertussen werd ze(uiteraard) bekogeld door waterbalonnen. Ook op andere plaatsen stonden cholita’s te dansen met mannen, vaak begeleid door charango (een klein gitaartje met een specifiek geluid, typisch voor Bolivia). Wij moesten na onze wandeling naar de 7 watervallen passeren langs de markt, waar dit alles plaatsvond, om aan ons hostal te geraken. We kwamen er kleddernat toe, tot nat ondergoed toe. O ironie om te denken dat je ergens kan droog blijven tijdens carnaval. Maar zo zagen we wel eens hoe ze carnaval vieren op het platteland, en dat was zeker en vast interessant. 
De pukara

Donderdagmorgen vertrekken we naar een dorpje dichtbij Oruro. Een week na carnaval wordt daar nog altijd gefeest blijkbaar. Dat noemt “tentaciones”. Nati en Julian en hun kindjes nemen ons mee naar hun geboortedorp. Daar zullen we voorgesteld worden aan al hun familieleden, zullen we op de kindjes passen terwijl Nati zal koken, zal er geen stromend water zijn, zullen we moeten meedansen en drinken (want iedereen zal willen toasten met de gringo’s) met het dorp, zal ik een cholitarokje aandoen zoals de andere vrouwen, enz. We blijven er 4 nachten. Eens benieuwd wat het wordt.

Dries op zijn zoektocht naar de andere 6 watervallen

1 maart 2011

Receta: Tukumanas


TUCAMANAS RICISIMAS (12 pers)

1,5 kg cebolla
½ kg carne molida
1,5 kg papa
2 tomates
Cebollín a gusto
Perejil
Aji amarillo
Uvas pasas
Orégano a gusto
Pimenta
Comino
Caldo
Masa (del sas)

Ensaladas y : 3 pepinos, 2 repollos, un mano de mani, 2 cucharas de uchuluro, ¼ kg espinaca, 1,5 kg zanahorias, 7 cebollas, 7 locotos, vinagre

Retostar cebolla picada en aceite
Picar cebollín (la verde) fino y añadir
Mientras tanto: retostar carne en aceite y dejar hervir papa
Tomates en trocitos y añadir
Picar perejil bien finito, añadir con aceite mas
½  cuchara de pimienta y ½  cuchara de comino
2 cucharas de azúcar
Orégano a gusto. Mover bien
Sal a gusto
Añadir carne y seguir a mover (o sin carne para vegetarianos)
Añadir ½ cuchara de aji amarillo dulce
Pisca de sal
1,5 vaso de agua
Papa en trocitos pequeños y añadir
Todo dejar freir en holla cerada
Mas azúcar: 4,5 cucharas de azúcar en cada gigote
Dejar freir 40 min



Llagua: Poner locotos en liquador con agua, rayar los tomates en poner en liquador. No muy picante: 3 tomates y uno locoto. Muy picante: mas locoto que tomate.

Salsa picante de mani: Freir mani sin acaite, y pelar después. Poner el mani en un liquador con 1 vaso de agua. Añadir 2 cucharas de uchuluroy sal a gusto.

Ensaladas: Picar las verduras bien finito en cuadraditos y lavarlas. Zanahorias: dejar hervir con sal. Despues pones cada verdura en una bañador con vinagre, sal y aceite a gusto.

Escabeche: Picar la cebolla en 4, picar el locoto en 4 (sin pepas) , ¼ l vinagre (tinto), mas una pisca de sal, 20 minutos al fuego



HEERLIJKE TUCAMANAS (12 pers)

Tucumanas lijken heel sterk op salteñas, maar het verschil is vooral dat salteñas in de oven worden gestoken en tucumanas worden gefrituurd.

1,5 kg ajuin
½ kg gehakt
1,5 kg aardappel
2 tomaten
Pijpajuin, een stuk of7
Peterselie
Aji amarillo (waarschijnlijk door zoete paprika te vervangen)
Handvol rozijnen
Oregano naar smaak
½ lepel peper
½ lepel  komijn
Bouillonblokje
Deeg (van de supermarkt sas in Calle Nicolas Ortiz. Alternatief: zoeken maar naar kleine ronde flapjes)

Voor de salades en sauzen : 3 komkommers, 2 witte kool, een handvol pindanoten, 2 lepels uchuluro (alternatief: ik weet het niet goed, is gemalen pitten van de smalle lange pepers), ¼ kg spinazie, 1,5 kg wortels, 7 uien, 7 locotos, vinaegrette

Stukjes ui in olie bakken
Het groen van de lenteui fijn snijden en toevoegen
Ondertussen bak je het gehakt en kook je de aardappelen
Tomaten in stukjes snijden en toevoegen
Peterselie fijn snijden en toevoegen met nog wat olie
½  lepel peper en ½  lepel komijn toevoegen
2  lepels suiker
Oregano naar smaak. Goed blijven roeren
Zout naar smaak
Vlees toevoegen en  blijven roeren
½ lepel aji amarillo dulce toevoegen ( of misschien zoete paprika)
Snuifje zout
1,5 glas water bijdoen
Aardappel in zeer kleine stukjes snijden en toevoegen aan de brij
Alles laten pruttelen in gesloten pot
Nog meer suiker toevoegen, het is tenslotte een Boliviaans gerecht: 4 en een halve lepel suiker in zowel de vlees- als vegisaus
Alles is total zo´n 40 min laten pruttelen
De deegflapjes vullen met de brij, en mooi gekarteld toevouwen.
Daarna frituren in hete olie. Met de olie en pan van Nati zaten  de tucumana´s er maar een halve minuut in., heel kort.


Llagua: Locotos (zonder pitten) in de mixer doen met wáter, tomaten erin raspen. Voor een niet pikante llagua: 3 tomaten en 1 locoto. Voor een pikante versie: meer locoto dan tomaten gebruiken. Locotos zijn 31 keer zo straf als tabasco. Dus voor een alternatief voor locoto moet je iets enorm straf zoeken van pepers. (deze pittige saus staat op elke tafel bij elk gezin of restaurant. Op gelijk wat smijten zee en hoopje llagua: in soep, op hun rijst, op vlees, enz. Men zegt dat deze saus zo pikant wordt gemaakt om de resterende bacteriën te doden in je maag )

Pikante pindakaassaus: De pindanoten zonder olie bakken en voortdurend roeren.  Erna het vel eraf pellen. De pindakaas in de mixer doen met 1 glas wáter. 2 uchuluro toevoegen (dat zijn gemalen pitten van die fijne pepers die gemalen zijn) en zout naar smaak.

Slaatjes: De groenten in hele fijne blokjes snijden en wassen. (De kokin waste de groenten met kokend wáter, maar dat zal omwille van Boliviaanse hygienische toestanden zijn vermoed ik). De wortelvierkantjes laten koken met zout. Daarna doe je elke groente en een aparte kom, en voeg je vinaegrette, olie en zout erbij.

Escabeche: (wie graag pickles eet zal dit ook lusten) De uien in 4 snijden, de locoto idem (zonder pitten), ¼ l vinaegrette (rode), een snuifje zout, 20 minuten op het vuur laten. De ui en locoto in het sap laten. Als resultaat heb je precies gepekelde ui en locoto, mete en ietwat pikante smaak. (op google images vind je geen waarheidsgetrouwe foto van de Boliviaanse escabeche)

Locotos
Salsa de mani- Pikante Pindasaus
Llagua