8 maart 2011

Carnaval

Carnaval is een van de belangrijkste gebeurtenissen van het jaar voor de Bolivianen. Ze krijgen er alleszins veel verlofdagen voor: van vrijdag tot en met dinsdag. Carnaval associeren wij vooral met zich verkleden, maar hier zijn de kernwoorden: waterballonnen en zuipen.

Of het nu op het platteland wordt gevierd, of in de stad: die twee woorden staan centraal. Enkel in de stad Oruro worden dansen en bijbehorende kostuums getoond in gigantische stoeten van dansgroepen uit heel Bolivia. Dit, naast de rondwaggelende zatlappen en rondvliegende waterballonnen. Die dansen en prachtig versierde kostuums hebben we in september al gezien in de Parada de Guadalupe. Voor carnaval gaan de beste dansgroepen van elke stad naar Oruro om er hun kunnen en schitterende kostuums te laten zien aan het publiek dat in tribunes zit. Dries zal in een volgende blog meer uitleg geven over die Bolivaanse dansen en kostuums. Ik zal het nu hebben over carnaval op het platteland en in Sucre.

 In Sucre kan je de dagen voor en van Carnaval niet buiten komen zonder nat gespoten te worden. Alle kinderen bewapenen zich met waterballonnen en waterpistolen. Hun doelwit zijn de kinderen, jeugd en vooral alle gringo’s. Er zijn drie niveau’s  waar je moet op letten. De balkonnen (in Sucre hebben alle huizen balkonnetjes langs de straatkant),de straat en auto’s. Vanuit die drie plaatsen kan je elk moment bekogeld worden. De dagen voor carnaval zijn er occasionele aanvallen maar de dagen van carnaval kan je niet droog blijven als je op straat komt. Wij moeten maar 1 blok wandelen van ons huis naar casa de turismo, maar vrijdag (de eerste dag van carnaval) konden we zelfs die kleine afstand niet doen zonder nat aan te komen thuis of op het werk. 

Dit is Dania,een meisje van het tehuis.

Die waterballonnen komen van de traditie van “cascarrones”, lege eieren met een geperfumeerde vloeistof. Als je vroeger iemands aandacht wou, of iemand wou versieren vroeg je of je die mocht op zijn of haar hoofd kapotslaan. Of gooide je dat naar iemand en dan werd dat opgevangen als iemand interesse had in jou. Zo ongeveer moet het geweest zijn, maar niemand kan zich precies herinneren hoe het eraan toeging in het pre-waterballonnen tijdperk.

Nu vind je die “cascaronnes” enkel nog in een chocoladeversie, zoals onze chocolade-eieren met Pasen. De donderdag 2 weken voor carnaval is het “Compadres”, en de week erna op donderdag is het “Comadres”. Compadres is de avond en nacht waarop alle jongens samen uitgaan en balonnen smijten, en Comadres is hetzelfde maar dan ladiesnight. Voor die dagen kan je dan een chocolade-ei kopen en geven aan een jongen of meisje om die een gelukkige Comadres of Compadres te wensen.

Naast de naar je vliegende ballonnen die in aantal toenemen toen Carnaval nadert, zijn er ook de fanfarebandjes die hun tour doen met een groep mensen (vrienden, collega’s, wat dan ook). Eerst viert die groep vanaf 3 uur ’s namiddags binnenshuis met muziek en drank, en daarna gaan ze met de ingehuurde fanfare een ferme tour doen doorheen de stad. Ondertussen blijven ze drinken (vooral “leche de tigre”, letterlijk: tijgermelk. Dit is: gecondenseerde melk, singani (de Boliviaanse vodka), kaneel, kokos) dus ze worden zatter en zatter. En de auto’s en bussen rijden gewoon geduldig op een  traag tempo achter dat dansende en drinkende zootje ongeregeld. Het is het enige moment waarop ik de Bolivianen zich niet zag opjagen in het verkeer. Normaal tuten ze vanaf het moment dat ze een seconde moeten wachten achter de auto of bus voor hen.

Omdat Carnaval in Sucre niet veel te maken heeft met folklore, raden we toeristen aan om naar Oruro te gaan. Zelf zijn we daar niet geraakt. De sfeer in Sucre beviel ons niet echt: naarmate de eerste dag van carnaval vorderde, werd de sfeer steeds zatter. Na een week van waterbombardementen, werden die waterspelletjes eigenlijk minder en minder grappig. Omdat Dries na een week nog altijd last had van zijn longen, besloten we buiten de stad te gaan naar een dorpje op 8 km en carnaval aan ons voorbij te laten gaan, aangezien Oruro toch de enige plaats waar waar het echt de moeite was om met carnaval te zijn.
We kwamen aan in een heerlijk pensionnetje, uitgebaat door een Zwitserse. De volgende dag merkten we dat er geen ontsnappen aan Carnaval bestaat in Bolivia. Alle dorpjes rond Katalla (waar we waren) kwamen van heinde en verre naar het dorpje waar wij zaten om Carnaval te vieren. Er waren op de enige weg door het dorp enorme rijen geparkeerde vrachtwagens (met houten laadbak, waarin zowel mensen als dieren worden vervoerd) en taxis van mensen die aangekomen waren. De viering van Carnaval was natuurlijk folkloristischer dan in Sucre: de verschillende gemeenschappen hadden cholitarokjes en blousjes in dezelfde kleuren, en mochten om beurten dansen rond de Pukara. 

Cholita's met zelfde outfit
Waterballonnenverkoopster
Vollek!
De mooiste cholita van het dorp, dansend op een versierde camionette,
 terwijl die rond de pukara rijdt

De pukara is precies een grote houten ladder van minstens 15 meter hoog, waarop ze producten hangen die door de gemeenschap worden geoogst: tomaten, patatten, graan, bloemen en soms zelfs coca-cola volgens Dries. Door die uitstalling willen ze Pacha Mama (moeder aarde) danken voor het voorbije jaar en haar hulp vragen voor een succesvol komend jaar. Rond de Pukara werd gedanst, sommige gemeenschappen hadden camionetjes of auto’s versierd waarop Miss Cholita stond te dansen. Ondertussen werd ze(uiteraard) bekogeld door waterbalonnen. Ook op andere plaatsen stonden cholita’s te dansen met mannen, vaak begeleid door charango (een klein gitaartje met een specifiek geluid, typisch voor Bolivia). Wij moesten na onze wandeling naar de 7 watervallen passeren langs de markt, waar dit alles plaatsvond, om aan ons hostal te geraken. We kwamen er kleddernat toe, tot nat ondergoed toe. O ironie om te denken dat je ergens kan droog blijven tijdens carnaval. Maar zo zagen we wel eens hoe ze carnaval vieren op het platteland, en dat was zeker en vast interessant. 
De pukara

Donderdagmorgen vertrekken we naar een dorpje dichtbij Oruro. Een week na carnaval wordt daar nog altijd gefeest blijkbaar. Dat noemt “tentaciones”. Nati en Julian en hun kindjes nemen ons mee naar hun geboortedorp. Daar zullen we voorgesteld worden aan al hun familieleden, zullen we op de kindjes passen terwijl Nati zal koken, zal er geen stromend water zijn, zullen we moeten meedansen en drinken (want iedereen zal willen toasten met de gringo’s) met het dorp, zal ik een cholitarokje aandoen zoals de andere vrouwen, enz. We blijven er 4 nachten. Eens benieuwd wat het wordt.

Dries op zijn zoektocht naar de andere 6 watervallen

Geen opmerkingen: